Op bezoek bij Gert Jan
Deze keer gingen we in Zeist op bezoek bij Gert-Jan Linnenbank en natuurlijk ook aan hem de vraag “hoe ben je met vogels in aanraking gekomen”
Volgens Gert-Jan is dit eigenlijk de “schuld” van zijn Grootvader die kanaries had gehuisvest op een slaapkamer.
Er was sprake van gerichte kweek soort bij soort en kleur bij kleur.
Als Opa vogels ging halen ging Gert-Jan maar wat graag mee, wat Opa minder leuk vond was dat Gert-Jan steeds met de doosjes schudde om te horen of de vogels er nog wel in zaten.
Later was het zijn Vader die kanaries kweekte, in eerste instantie waren dit kleurkanaries, maar toen de suikerziekte op zijn ogen sloeg waren de kleuren slecht of zelfs helemaal niet te zien.
Dit was de reden dat er over werd gegaan op de kweek en trainen van waterslagers.
Deze vogels waren door de zang beter te selecteren dan de kleurkanaries.
Zijn Vader was lid van een bij de Algemene Bond aangesloten vereniging en tevens lid van de speciaalclub voor Waterslagers.
Op 14/15 jarige leeftijd nam Gert-Jan deel aan een door de EUKV georganiseerde onderlinge tentoonstelling.
Deze eerste deelname aan een tentoonstelling liep uit op een grote teleurstelling, de ingezonden vogels kwamen ziek terug van deze tentoonstelling en eenmaal thuis zijn er vele gesneuveld.
Dit was voor Gert-Jan een reden om niet meer aan een tentoonstelling deel te nemen.
Op 16 jarige leeftijd kwamen er Zebravinken (Black Face), deze waren gehuisvest in een kooi die gemaakt was in een kast op de slaapkamer.
Dit was ook het moment dat de interesse voor vogels een serieuze wending nam.
Veel lezen en puzzelen maar vooral kijken en luisteren naar andere vogelliefhebbers, dit werd het begin om zeer gericht te gaan kweken.
Soorten als Witborst Rietvinken, Geelborst Rietvinken, Bruinborst Rietvinken, Borneo Bronzen Mannen maar ook Rood-Bruine- en Mokka Bruine Japanse Meeuwen bevolken nu zijn broedkooien.
Als er door Gert-Jan nieuwe vogels worden aangeschaft gaan deze eerst in quarantaine en ondergaan ze een Homeopathische kuur voor het reinigen van de darmen en krijgen ze na deze kuur een vitamine stoot.
Regelmatig neemt hij monsters van de ontlasting van zijn vogels.
Veel aandacht word er besteed aan de voeding, naast eerste klas zaden maakt hij zelf ei c.q. insecten voer klaar.
Dit doet hij met gebruikmaking van onder andere Cous Cous, Katjan bonen , deze laat hij 2 x 24 uur kiemen en spoelt ze daarna door met appelazijn.
Pinkie’s worden gevoerd omdat die een hoog eiwit gehalte hebben.
Altijd aanwezig is Biggecompost (hier zit een hoog percentage klei in), maagkiezel, oestergrit en sepia.
Ter voorkoming van legnood verstrekt hij één maal per week vitamine AD.
Tot nu toe waren we nog niet bij zijn vogels wezen kijken, we wisten alleen dat hij de vogels op de zolder huisveste.
Eenmaal op de zolder aangekomen wisten we niet wat we zagen, mooie ruime broedkooien en vluchten.
Alles kraakhelder, zuiver en schoon, echt we keken onze ogen uit.
Voldoende ventilatie, ionen afzuiging en de mogelijkheid om de vogels op de TV in de woonkamer te kunnen observeren.
Het gehele jaar hebben de vogels 13 uur licht.
Gert-Jan mag dan (nog) niet deelnemen aan het tentoonstellen van zijn vogels, maar tijdens de voorbereiding, opbouwen en weer afbouwen van onze tentoonstelling is hij altijd aanwezig.
Ook op beurzen en markten loop je de kans om Gert-Jan tegen het lijf te lopen, ervaringen en gegevens uitwisselen is een onderdeel wat volgens hem ook bij onze hobby behoort.
Onze slotvraag is altijd “wat vindt je van onze vereniging en wat zou je graag zien of veranderd zien”.
Bij de vereniging zijn we met z’n allen goed bezig en hebben respect voor elkaar.
Een vogelbeurs zou wel een onderdeel zijn wat toegevoegd zou kunnen worden maar hij realiseert zich gelijktijdig dat dit zonder eigen clubgebouw moeilijk is te realiseren.
Deze keer waren we te gast bij een lid van onze vereniging met een heel specifieke kijk en beleving van onze hobby.
Gert-Jan bedankt voor de gastvrijheid.